Overhead
De kosten voor bedrijfsvoering bestaan uit capaciteitskosten voor bedrijfsvoering (personele kosten van eigen medewerkers en externe inhuur) en materiële kosten zoals huisvesting en ICT.
Voor de bepaling van personele overhead gaan we uit van de functies zoals genoemd in de notitie Overhead van de commissie BBV, aangevuld met een aantal interne uitgangspunten. Hierin is voor specifieke functies in lijn met de uitgangspunten van de BBV-notitie vastgelegd, of deze tot overhead of tot programmakosten behoren.
Materiële kosten voor bedrijfsvoering worden voor het overgrote deel gerekend tot de overhead. Dit zijn bijvoorbeeld het onderhoud aan de panden, schoonmaak, beveiliging, catering en kosten van informatisering.
Er worden geen overheadkosten aan investeringen toegerekend. Dat geldt zowel voor personele kosten als voor materiële kosten.
Een deel van de materiële en personele kosten wordt gedekt uit reserves. Het betreft de reserves Huisvesting, Bedrijfsvoering en GO-gelden.
Deze kosten worden toegelicht in de programmabegroting onder programma 8, paragraaf 8.1.8.
Totale kosten overhead begroting 2023 (bedragen x € 1.000)
Overhead capaciteitskosten | 48.745 |
---|---|
Overhead materiële kosten | 30.190 |
Totaal overhead | 78.935 |
Totale capaciteitskosten
Capaciteit wordt ingezet voor bedrijfsvoering (overhead) en voor de realisatie van investeringen en begrotingsprogramma’s.
Voor ieder begrotingsprogramma en voor de investeringen wordt geraamd, hoeveel capaciteit nodig is om de opgave te realiseren. De kosten van de capaciteit worden geraamd en gerealiseerd op de organisatorische eenheden (directies en sectoren) waar de medewerkers toe behoren. Aan de hand van de ramingen hoeveel capaciteit nodig is voor ieder begrotingsprogramma en iedere investering, wordt vervolgens een verdeelsleutel voor capaciteit bepaald. Met deze verdeelsleutel worden de capaciteitskosten vanuit de directies en sectoren aan de programma’s en investeringen in de begroting toegerekend.
Voor de toerekening van de capaciteitskosten in de jaarstukken wordt een gelijke systematiek van toerekening gebruikt.
Onderstaand overzicht toont de toerekening van de capaciteitskosten naar de verschillende begrotingsprogramma’s in € 1.000.
Verdeling capaciteitskosten
Programma (x € 1.000) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2023 in % |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Openbaar bestuur | 10.682 | 10.795 | 10.330 | 10.299 | 10.236 | 9% |
2. Klimaat en Milieu | 7.406 | 6.627 | 6.335 | 6.319 | 6.284 | 5% |
3. Ruimte en Water | 10.003 | 9.749 | 9.311 | 9.287 | 9.239 | 8% |
4. Bereikbaarheid | 29.061 | 28.543 | 27.287 | 27.221 | 27.067 | 24% |
5. Groen | 12.091 | 11.363 | 10.853 | 10.829 | 10.772 | 9% |
6. Economie, cultuur en welzijn | 5.130 | 4.806 | 4.595 | 4.582 | 4.554 | 4% |
7. Economisch herstel en duurzaamheid | 546 | 546 | 522 | 521 | 518 | 0% |
8. Overzicht Financiën en bedrijfsvoering | 53.309 | 48.475 | 46.594 | 46.476 | 46.213 | 40% |
Totaal naar programma's | 128.228 | 120.904 | 115.827 | 115.534 | 114.883 | |
Totaal naar investeringen | 14.595 | 14.595 | 14.595 | 14.595 | 14.595 | |
Totale capaciteitskosten | 142.823 | 135.499 | 130.422 | 130.129 | 129.478 |