Onze Ambitie

Iedere dag zijn in Noord-Holland mensen en goederen op weg naar hun bestemming. De provincie helpt ze die bestemming slim, schoon en veilig te bereiken. Duurzame bereikbaarheid en verstedelijking is een belangrijke opgave voor de provincie Noord-Holland. Tot 2030 moeten in Noord-Holland namelijk 183.600 woningen worden gerealiseerd. Daarnaast moet ook de groei van de werkgelegenheid worden gefaciliteerd. Dit leidt tot meer mobiliteit met allerlei consequenties voor de verschillende beleidsopgaven.
In de Omgevingsvisie is vastgelegd dat de provincie streeft naar balans tussen leefbaarheid en economische groei en daarbij aandacht heeft voor klimaat, gezondheid en veiligheid, biodiversiteit en natuur, verduurzaming van de economie, verstedelijking, duurzame mobiliteit, het landschap en de energietransitie. De sterke groei van het aantal inwoners en banen, de grote woningbouwopgave en de groei van de economie op steeds geconcentreerdere plaatsen in vooral de Metropoolregio, leidt tot een grote toename van verkeer. Mobiliteit kan en moet een bijdrage leveren aan vrijwel alle opgaven waar wij voor staan. We zetten daarom als provincie in op de mobiliteitstransitie:

• het zoveel mogelijk voorkomen (van groei) van mobiliteit door mobiliteitsmanagement (stimuleren thuiswerken en reizen buiten de spits) en door woningen, werkgelegenheid en voorzieningen dicht bij elkaar te concentreren;
• het verduurzamen van mobiliteit, door reizigers te stimuleren om zoveel mogelijk van duurzame modaliteiten gebruik te maken, zoals openbaar vervoer en fiets;
• het verduurzamen van het gemotoriseerd verkeer, door de inzet op zero emissie mobiliteit, minder hinder door verkeer, beter benutten van beschikbare capaciteit en het verbeteren van de verkeersveiligheid;
• door te investeren in grote onderhouds- en vervangingsopgave voor het provinciale wegennet en door veiligheidsknelpunten op te lossen.

Het is daarbij van belang om te sturen op de samenhang tussen de modaliteiten lopen, fiets, openbaar vervoer (OV), spoor, (vracht)auto, binnenvaart en multimodale verplaatsingen. Vervolgens is het ook van belang om een goede samenhang te borgen tussen de verschillende programma’s, processen en projecten waar de provincie zelf uitvoering aan geeft of in regionaal verband in participeert. Daarin worden keuzes gemaakt en komt beleid tot uitvoering. Dit vergt een goede samenwerking tussen de verschillende directies en sectoren binnen de provincie, maar ook met onze regionale partners. In deze integrale afstemming en samenwerking geven we de ambities uit het coalitieakkoord een plek.
Het werken aan de mobiliteitstransitie doet de provincie Noord-Holland vanuit verschillende rollen. Als partner stimuleert zij andere wegbeheerders (met bijvoorbeeld subsidies) te werken aan bereikbaarheids- en leefbaarheidsopgaven op hun areaal. In de rol van initiatiefnemer ontwikkelt de provincie beleidskaders en investeert zij in kennisontwikkeling, innovatie, gedrag, transformatie van infrastructuur en nieuwe infrastructuur. In de rol van concessiebeheerder waarborgt de provincie de inzet van het openbaar vervoer (busvervoer). Tot slot onderhoudt de provincie haar infrastructuur en optimaliseert zij het gebruik daarvan, onder meer door gebruik te maken van beschikbare innovaties (zoals Smart Mobility). Werken aan infrastructuur doet de provincie duurzaam, indien redelijkerwijs haalbaar.
Het onderhouden, vervangen en het verbeteren van provinciale infrastructuur wordt geprogrammeerd in het integraal Meerjarenprogramma Infrastructuur (iMPI). Provinciale Staten stellen de promoties naar volgende projectfasen vast. Om verbinding tussen de inhoud van de projecten en de dekking van de kosten te behouden, wordt het iMPI voorafgaand aan de begroting behandeld in dezelfde Statenvergadering.
Bij de besluitvorming over onderhoud en investeringen in infrastructuur, worden de langetermijneffecten op de provinciale begroting betrokken. Het oplossen van financiële problemen vraagt daarbij onze aandacht. De beschikbare financiële ruimte voor het doen van investeringen in provinciale infrastructuur loopt namelijk terug. Door de enorme inflatie in 2021 en 2022 is deze opgave verder toegenomen. In 2022 zijn hiervoor scenario's ontwikkeld en deze gaan een rol spelen in de kaderbrief over het begrotingsjaar 2024. Ook de inspanningen van concessieverleners en -houders voor het openbaar vervoer zijn gericht op een financieel gezonde bedrijfsvoering, rekening houdend met een gewijzigde vervoervraag in de nasleep van de coronacrisis.