Toelichting
Het landelijk gebied van de regio Laag Holland, het gebied tussen Amsterdam, Zaanstad, Hoorn en Alkmaar, kent veel opgaven voor natuur, landbouw, water, bodem, klimaat, recreatie en landschap. Vanwege de sterke onderlinge verwevenheid van deze opgaven voert de provincie een integraal gebiedsprogramma uit, waarin wordt samengewerkt met gemeenten, het hoogheemraadschap en natuur- en landbouworganisaties. Gestuurd wordt door de provincie op de realisatie van de harde (wettelijke) opgaven, zoals de realisatie van het NNN, de vermindering van de stikstofdepositie op natuurgebieden, het remmen en stoppen van de bodemdaling en de realisatie van de klimaatopgave. De provincie zet hiervoor eigen middelen in uit de reserve Groen en doet voorts een beroep op gelden van het Rijk voor de stikstof en de klimaat/bodemdalingsopgave, waaronder de Impulsgelden Veenweiden. Voor de realisatie van de wateropgave wordt mede een beroep gedaan op inzet van capaciteit en geldmiddelen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Voor het verwezenlijken van de recreatieve en toeristische opgaven wordt een beroep gedaan op de gemeenten.
De uitvoering vindt plaats in de gebiedsprocessen in de verschillende deelgebieden. In Waterland-Oost wordt in een aantal gebieden de natuuropgave gerealiseerd. In Polder IJdoorn gebeurt dit in combinatie met de wateropgaven uit het Ambitieprogramma Ruimtelijke Kwaliteit Kustzone Hoorn-Amsterdam. In het deelgebied Peereboom, Opperwoud, de Nes wordt een definitief ontwerp van de NNN-inrichting opgeleverd. In Polder Westzaan wordt de gebiedsvisie uit 2022 verder uitgewerkt tot een concreet gebiedsplan, waarvan de verbrakking een belangrijk onderdeel is. In het Oostzanerveld, het Ilperveld, het Wormer- en Jisperveld, de Eilandspolder en Polder Mijzen wordt de verkenningsfase van het de gebiedsprocessen doorlopen. In deze gebieden worden agrarische en ecologische visies opgesteld en een beheercheck uitgevoerd om de minimaal agrarische beheercapaciteit te bepalen die noodzakelijk is om het landschap te kunnen blijven beheren. Uit deze deelproducten worden gebiedsplannen ontwikkeld, die eind 2023 gereed zijn. De regiegroep Laag Holland, onder voorzitterschap van de provincie, stuurt de uitvoering van het gebiedsprogramma aan. De uitvoering van het NNN, natuurherstelmaatregelen in het kader van de stikstofproblematiek en het vraagstuk van bodemdaling spelen hierbij een belangrijke rol.
In de begroting van de Regionale Veenweidestrategie 1.0 is opgenomen welke projecten binnen Laag Holland worden uitgevoerd. Eén daarvan is een verkennend project of en hoe de bodemdaling in een deel van polder Assendelft kan worden aangepakt. Voorts opent de agrarische natuurvereniging Water, Land en Dijken met subsidie van de provincie een veenweideloket, waarmee boeren worden gestimuleerd tot aanleg van drukdrainage of greppelinfiltratie. Daarnaast speelt in Laag Holland het vraagstuk van de klimaatadaptatie en de behoefte aan meer inzicht in de extra watervraag om het grondwaterpeil in de zomer in de veenweidegebieden op niveau te kunnen houden. Samen met HHNK wordt hieraan gewerkt, onder andere via het project Kennis en Inzicht Water uit het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. Voorts gaat een aantal deelprojecten uit dit programma de uitvoeringsfase in, zoals in het Ilperveld en Landelijk Noord bij Amsterdam.