Risico-inventarisatie (bruto x € 1.000) | Begroting 2020 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Afname / toename* |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Strategische risico's | € 76.997 | € 30.408 | € 55.964 | € 41.307 | € 33.688 | € 42.060 | Afname |
Externe risico's | € 1.779 | € 1.783 | € 1.779 | € 1.783 | € 1.783 | € 1.783 | - |
Bruto risicobedrag | € 78.776 | € 32.191 | € 57.743 | € 43.090 | € 35.471 | € 43.843 | Afname |
*ten opzichte van de meest recente inventarisatie bij de Jaarrekening 2021 |
Toelichting
Sinds de jaarrekening 2020 is het risicoprofiel van de provincie niet significant gewijzigd en blijft het risicobedrag stabiel rond de € 40 miljoen.
In vergelijking met de voorgaande inventarisatie (jaarrekening 2021) is het totaal aan bruto risico’s per saldo toegenomen met € 0,8 miljoen.
Een toename van € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door bijstelling van het risico 'Deelneming PDENH' naar aanleiding van de coronacrisis. Het risicobedrag voor PDENH dient ter dekking van faillissementen van ondernemingen waarin het fonds heeft geïnvesteerd, waardoor het bedrag aan uitstaand vermogen is gegroeid. Per juni 2022 bedraagt het uitstaande kapitaal € 52,6 miljoen.
De afname in de bedrijfsvoeringsrisico’s wordt veroorzaakt door het vervallen van risico 'Schadeclaim in verband met asbest bij N201' (€ 0,5 miljoen).
Overige risico’s niet gekwantificeerd
Naast genoemde risico’s onderkent de provincie een aantal risico’s die zich op dit moment zowel landelijk als wereldwijd voordoen, waarvan de omvang en eventuele schade die hieruit ontstaat nog niet verder te kwantificeren zijn. Wij denken hierbij aan:
Stikstof
De maatregelen en wetgeving vanuit de Rijksoverheid om stikstof te verminderen hebben gevolgen voor de snelheid en kosten van de aanleg van infrastructuur alsmede voor beheer en onderhoud.
PFAS
Bij civiele werken moet de grond worden onderzocht op de aanwezigheid van PFAS. Indien de grond meer schadelijke stoffen bevat dan de norm toestaat, zal dit vertraging in de projecten tot gevolg hebben.
Inflatie
De huidige inflatiecijfers zijn beduidend hoger dan de indexatie die de Provincie toepast. Wanneer voor de inkomstenstroom geen vergelijkbare prijspeilstijging wordt toegepast is dit een risico.
Prijsstijgingen en beschikbaarheid grondstoffen
De grondstofprijzen zijn in de afgelopen periode bovengemiddeld gestegen, de staalprijzen zelfs extreem door schaarste van schroot en sterk stijgende ijzerertsprijzen alsmede stijgende energieprijzen. De verdere ontwikkeling hiervan is niet goed in te schatten.
Energiebehoefte in relatie tot het elektriciteitsnet
De vraag naar elektriciteit in combinatie met de toename van duurzame energieprojecten bereiken de grens van de beschikbare netwerkcapaciteit.
Klimaatontwikkelingen, duurzaamheid en circulariteit
Voor 2030 heeft de provincie de onderstaande duurzaamheidsambities die aansluiten bij het Klimaatakkoord van Parijs en het Nationale Klimaatplan. De doelstellingen per duurzaamheidsthema zijn:
- CO2 reductie - De CO2 uitstoot is in 2030 met 50% afgenomen (in lijn met de doelstelling van Parijs, referentiejaar 1990);
- Energietransitie - De provinciale infrastructuur is in 2030 energieneutraal (het elektriciteitsverbruik voor de exploitatie van de infrastructuur wordt opgewekt op het eigen areaal met zonneparken en zonnepanelen);
- Circulaire economie (infrastructuur) - De toepassing van primaire grondstoffen bij aanleg en beheer van provinciale infrastructuur is in 2030 met 50% afgenomen (Van alle gebruikte bouwmaterialen is maximaal 50% een primaire grondstof);
- Klimaatadaptatie - Nieuwbouwprojecten zijn klimaatbestendig en water robuust;
- Biodiversiteit - De biodiversiteit wordt versterkt bij aanleg, beheer en operatie van de provinciale infrastructuur.
Personeelsschaarste
Zowel kwalitatief als kwantitatief heerst er personele schaarste. De huidige krapte op de arbeidsmarkt heeft tot gevolg dat vacatures lastig zijn in te vullen. Deze krapte telt voor zowel het aantrekken van vast als van tijdelijk personeel. Als gevolg hiervan kan doorloop van projecten in het gedrang komen.
Referendum-risico
De referendumverordening Noord-Holland biedt de mogelijkheid om een referendum te organiseren. De kosten voor een dergelijk referendum zijn echter niet gedekt. Omdat het vooraf niet zeker is of er in enig jaar een referendum georganiseerd wordt is het niet wenselijk deze kosten in de begroting op te nemen. Daarmee is een provinciaal referendum in financiële zin een risico te noemen. De omvang van de kosten voor een eventueel referendum zijn niet precies bekend maar op basis van een inventarisatie bij gemeenten worden de kosten geschat op ongeveer € 6 miljoen.